Categoriearchief: Liefde

Spoor

Er is geen tijd meer
Het leven flakkert zachter dan voorheen
En in mijn hoofd klinkt engelengezang

Op aarde kan ik jou niet langer helpen
Wat hebben we een mooie tijd gehad
Zonsondergangen, watervallen
Maar nu is dat voorbij

Aan alles komt een eind
Mijn ziel gaat straks op weg naar nieuwe gronden
En ik verlaat mijn huls

Of blijf ik nog jouw drankjes maken
Proberen je te overtuigen
Dat het goede altijd wint

Als jij straks in de trein stapt
Hoor je dan mijn woorden nog
Heb ik dan een spoor getrokken
Van hier naar ‘t eeuwig licht?

Glans

Er is een tijd van bloei
En ook één van vergaan
Ik grijp mijn laatste kans

Onwetend
In het volle licht
Van de waarheid

Tegen de stroom in
Weerkaats ik je glans
Jouw glimlach

We zoeken parels tussen ‘t stof
Ik baan mijn weg
En jij polijst mijn ziel

Zo ver gekomen

Ik ben zo ver gekomen
Zo hard mijn best gedaan
Ik had niet durven dromen
Dat ik hier nu zou staan

‘k Heb weleens wat gestolen
De waarheid soms verdraaid
Met een vriendin gebroken
Da’s alles niet zo fraai

Er zijn sommige dingen
Die krijg je nooit meer meer goed
En dat is eeuwig jammer
Ik heb ervoor geboet

Ik had wel willen breken
Met alle goede zeden
Maar ‘k heb het toch vermeden
Dat heeft een goede reden

Want alles wat je doet, zo klein
Al lijkt het soms zinloos te zijn
– De kleine dingen in mijn leven –
Zijn zo belangrijk gebleken

Dus ik ben gaan vertrouwen
Ik ben ervan gaan houden
Met mijn riemen te roeien
Al wil het soms nog schroeien

Roeping

We hebben beiden fouten gemaakt
Onzorgvuldig gekozen woorden
Niet beseffend welk gewicht ze droegen

Ik zei dat waar je ´t meest van houdt
Slechts tijdverspilling is
Jouw verdriet doet me pijn

Geef niet op
Ik ben nog steeds je vriend
Het spijt me
We hebben bergen te verzetten

Handleiding

We kwamen uit het licht op aarde
We kregen koeien, honden, paarden
En oceanen, bloemenzeeën
Fruitbomen, bossen, vossen, reeën

Een vrouw om mee te liggen, praten
Dan door de dood weer moet verlaten
Geboorte van ons eerste kind
Zijn handje dat je vinger vindt

Ik zit alleen nog met een ding:
Mijn God, waar is de handleiding?
Moet ik hem zoeken in de boeken
Of bij profeten, maar welke, weet je?

Staat-ie geschreven in de sterren
Of in het ruisen van de bomen
Moet ik hem lezen in een verre
Zonsondergang die nog moet komen?

Of is het simpel en dichtbij
Als jij zo vrolijk wordt van mij
De kinderen die vrolijk spelen
Het buurtfeest waar we taartjes delen?

Even

Als je mij nu vraagt:

‘Ben je wel tevreden?’

Stel je me dan gerust

Zeg je: ‘Wacht nou even’

Geef je me weer licht

Geef je me weer leven

Geef je me weer lucht

Geef je me weer vrede?

Winkel van Hoop

Ik ben van de afdeling Hoop
Wij hebben geen spullen te koop

We handelen uitsluitend in wensen
Voor kleine en grootse mensen

En zij die op nummer 10 komen
Die hebben geen geld, maar wel dromen

Het geinige van dit geheel
Is, de mensen, die vragen niet veel

En sommigen keren weer terug
Of komen zelfs over de brug

En één ervan opende zelf
Een winkel van Hoop, op nummer 11.

Engel zonder naam

Ik was nooit een aardling
Maar ik ben een huurling
In ‘t leger van het licht
Is de liefde mijn gezicht

‘k Ben niet bang voor de wolf
Speel met legers minigolf
Stuur de kogels om je heen
‘k Ben het blok aan duivel’s been

Als ik ieder heb bevrijd
Speel ik harp, in vrije tijd
Onbekend – en zonder faam –
Ben ik, de engel zonder naam.

Jouw Liefde

Welk seizoen is het in jouw hoofd?
Ben je winter, zomer, lente, herfst?
Is er iemand die je mist?
Heb je een dierbare die sterft?

Kan de strohalm van jouw liefde
De storm van haat weerstaan?
Is het laat, te laat
Of hebben we nog tijd te gaan?

Komt er nog een nieuwe bloei,
Een nieuwe liefde,
Een nieuwe lente?

Zal de lucht weer klaren
En ben jij
Voor mij
De echte?

Voorbij

Mijn ogen gingen open en ik zagautumn_leaves
bomen bladeren door het dakraam
Dit keer werd ik wakker
zonder die prachtige muziek van ons.

Ik keek opzij en zag je ogen
gevuld met tranen
Je moest het doen zei je
Je vond het helemaal niet leuk.

Ik voelde me oneindig minder mooi.
Ik werd nu boos, dat moest
Ik wilde ons niet kwijt
Wat moest ik zonder ons?

Naar huis in de trein was het weer koud zoals voorheen
Was ik weer overgeleverd aan vreemden.
Beter misschien dan mij
Maar jij, oh jij bleef hangen in mijn gedachten.

“Er komt wel weer een ander” zeiden ze,
maar zo makkelijk ging dat niet.
Je kaartjes, brieven, schrijfsels
Ik keek ze nog eens door, nu in een ander licht

Was jij te mooi voor mij? Was ik mezelf of niet?
De begrafenis van ons. Het is voorbij.
Verbrand, begraven in de tijd.
Ik dank je wel, en heb geen spijt.