Auteursarchief: Kleine David

Paradijstuin

paradijstuinEen mooie vreemde wereld was het. Jochem keek om zich heen en zag de planten en oerwoudbomen. Hij spitste zijn oren. Het kleinste geluidje kon hij nog horen. In de verte was een kreekje. Het water kabbelde zachtjes. In de bosjes wipte een konijntje weg. In de bomen floten de vogels. Wat een prachtige klank. Hij kon wel uren in deze achtertuin verpozen. Zou hij hier zijn hele leven kunnen blijven? En de andere jongens dan? Die waren buiten de muren aan het voetballen. Hun opgewonden stemmen klonken over de muur. Hij luisterde nu naar zijn eigen ademhaling. Hij zong heel zachtjes een liedje. Zodat niemand behalve hij het kon horen.

De rolschaatsen

rolschaatsenEr waren eens twee rolschaatsen. Ze woonden bij een meisje, dat Elsje heette. De rolschaatsen vonden het maar saai, bij dat meisje. De rolschaatsen werden maar een paar keer in het jaar gebruikt!
Op een keer zeiden ze tegen elkaar: “kom, ik vind het hier maar saai, we lopen weg!” (Met lopen wordt rollen bedoeld.) ‘s Nachts liepen ze weg.
Ze kwamen in het plantsoen. Toen staken ze de weg over. Net reed er een auto op de weg. “Wegwezen!” dachten de rolschaatsen. Net op tijd waren ze aan de overkant. “Het is hier maar eng!” zei de ene rolschaats.
Het was dag. Heel vroeg in de ochtend, klopten ze bij een huis aan. Een meisje deed open. “O, wat een mooie rolschaatsen!” dacht het meisje. Ze nam de rolschaatsen mee naar binnen, en nog diezelfde dag ging ze ermee rolschaatsen.
Het meisje vond ze zó mooi dat ze elke dag als ze maar kon, ermee ging rolschaatsen.
En de rolschaatsen leefden nog lang en gelukkig.
EINDE.

Straks

treincoupeAlleen in de nacht
Landschap raast voorbij
De lichtjes worden groter
en schieten langs me heen

De lucht is donkerblauw
en in de ruit
zie ik de spiegeling van de coupé
Ik denk aan jou

Hoe je voelt
Hoe je bent
En ik weet
dat ik straks bij je zal zijn

Het lawaai

loud_crowdIn de hossende menigte
Op het grote feest
Dansen we alleen
Met z’n tweeën

Vieze rook blaast
Harde house dreunt
Lullige danspasjes want
praten dat kan niet

Maar ik wil aan je vragen
Hoe het met je gaat
Zeggen
Dat ik je lief vind.

Kom met me mee
naar het café
Dan kunnen we
Luisteren naar elkaar

Ode aan de zon

O warme zon
Bedankt dat u bent teruggekeerd!
De witte bloempjes groeten u vanuit het gras
De bijen zoemen langs me heen en weer
Het water kaatst uw stralen naar mij nog een keer
Een druppel dauw blinkt op het groene blad
Ik ben alweer vergeten
Hoe koud de winter was.

Zonnebloem
zonnebloem

Monsterkwartet

Bloemen Fruitmonsters 1
Stekeleritis Mananas
Tweelingtulp Mandagrijns
Wandelende Zonnebloem Bananeman
Gemene Bloem Grappel

kwartet1

 

Automonsters Feestmonsters
Trompetwagen Taartje
Strijkijzerwagen Raketfrietje
Limousinemonster Feestgroenteaardappel
Cor de Camper Ogiebol

kwartet2

 

Fruitmonsters 2 Fantasiemonsters
Kiwinas Gloeiman
Peerman Boterman
Peredrups Crackerman
Anakiwi Meloentje

kwartet3

 

Hartjes Groentemonsters
Eigenwijze hart Wortelman
Lieve Hart Denkprei
Slimme Hart Auschurk
Omahart Tomatino

kwartet4

 

Hemelmonsters
Maanbanaanman
Onweerman
Zonman
Sterman

kwartet5

Jouw ogen

oog-abstractJouw ogen
De diepte van hun kleur
Lange wimpers
Ik val eindeloos
op jou

Je ogen zeggen duizend dingen
zonder woorden

We kijken
Één seconde misschien
Daarna weer weg
Ik kijk weer
Jij ook

Een lach, een frons, een klein verdriet
Je ogen liegen niet.