Auteursarchief: Kleine David

Geen zuchtje wind

Een dagpauwoog droogt zijn vleugels in de zon
De blauwe bak met water schittert in het licht
Je zonnebril wringt glinsterende druppels van zich af
zwembad_palmbomen
Mijn uitgestoken hand, jij grijpt hem
En samen staan we in het gras
‘n Lijn loopt langs ons lijf door naar de hemel

We waren net op tijd voor de zonsondergang
Een uitstorting van kleuren in de lucht
Heel even lijkt het leven eeuwigdurend.

Alles

Zoals de zon die ondergaat achter glooiende heuvels
Of een azuurblauw meer, peilloos diep.
Een ranke den
die zich uitstrekt in de lucht.

Zoals een zwarte merrie, glanzendhorse
gehuld in nevel in de ochtend
Haar hoeven klappend op de grond,
galloperend door het bos, dansend.

Zoals toen ons kind werd geboren
Een nieuwe dag speciaal voor ons.
Hoe ongekend vrolijk de vogels floten
Hoe fabelachtig mooi, dat ochtendgloren

Zoals ik met de auto op die ander klapte
verwonderd kijkend naar verwrongen motorkap
en het gebroken plastic van de bumper
Waarna we ongedeerd weer uitstapten.

Zoals je naar me kijkt
met die onverwoestbare liefde in je ogen
en het rotsvaste vertrouwen
dat het goed komt op het eind.

Zo zou het moment kunnen zijn
Dat ik terugkijk op mijn leven
waarin alles me lief is.
En ik denk: dat was mooi.